Jansen en Janssen
Kunt u het niet aanzien wanneer alles in het honderd loopt? Lees dan vooral niet verder! Deze twee zijn dé experten bij uitstek op het vlak van opschudding, tumult, onrust, beroering, ontreddering, verwarringen, stommiteiten, omwentelingen, misverstanden en vergissingen!

Test uw kennis
+
Geschiedenis
Jansen en Janssen komen voor in 20 van de 24 Kuifje-albums, ze spelen een hoofdrol in een feuilleton én in twee theaterstukken. Het zijn niet zomaar de eersten de besten, ze zijn niet weg te denken uit Hergés verhalen! In 1932 willen de twee rechercheurs Kuifje arresteren, die in De sigaren van de farao verstrikt raakt in een web van drugshandel. Ze staan dan alleen bekend onder hun codenaam: X33 en X33bis.

Pas in De scepter van Ottokar, gepubliceerd in Le Petit Vingtième van 10 november 1938, komen we hun echte familienamen te weten: Jansen en Janssen. Ze zijn van elkaar te onderscheiden dankzij hun snor: die van Jansen (X33) gaat recht naar beneden, terwijl die van Janssen (X33bis) opwippende puntjes heeft.
Wat voert de arm der wet in feite uit?
Als ze een opdracht toevertrouwd krijgen, zullen ze een toch al ingewikkelde situatie nog verder in de war sturen. Als ze discreet moeten handelen, dan zijn ze net nadrukkelijk aanwezig. Ze zijn moedig, maar niet overmoedig, en soms zelfs bang voor hun eigen schaduw of voor hun röntgenfoto, zoals in Raket naar de maan !

Hun herkomst: een mysterie
Alexis Remi, Hergés vader, had een tweelingbroer, Léon. Het waren rasechte tweelingen: ze droegen allebei een snor en droegen dezelfde kleren. Ze gingen nooit de deur uit zonder hun strohoed of bolhoed. En dan zwijgen we nog over hun wandelstok of paraplu! Alexis en Léon Remi waren weliswaar broers, maar dat is niet het geval bij Jansen en Janssen. Ze hebben immers een verschillende familienaam, en als het broers zouden zijn, zouden hun namen op dezelfde manier worden geschreven. Het gaat dus duidelijk niet om een tweeling. Maar dubbelgangers zijn het wel!
De voorouders van Jansen en Janssen
Politieagenten in een zwart pak, wit hemd en zwarte das, met een bolhoed en schoenen met noppen, gewapend met een wandelstok … Hebben ze echt bestaan? Zeker! Dat is te zien op foto's uit het begin van de 20ste eeuw. Franse en Belgische politieagenten ‘in burger’ droegen een zwart pak, dat een soort uniform was geworden. Ze bleven niet onopgemerkt!

Maar waarom wilden ze zo in de kijker lopen? In die tijd kregen politie-inspecteurs slechts een kleine vergoeding voor hun ‘werkkleding’, die ze zelf moesten aankopen. Omdat effen zwarte stof het goedkoopst was, kozen de meesten van hen voor een pak in die kleur, en voor de onverwoestbare schoenen met noppen. En de snor? Dat was een kenmerk van echte mannen! Kijk maar eens naar Agent 15, die in 1930, twee jaar voor Jansen en Janssen, zijn opwachting maakte in de gags van Quick en Flupke. Het staat vast dat die snor de voorloper is van de exemplaren van onze twee speurders.

Jansen en Janssen stelen de show op het witte doek
Hergé was gepassioneerd door de nieuwste ontwikkelingen in de toenmalige filmsector. Hij stak zijn bewondering voor de films van Charlie Chaplin niet onder stoelen of banken: het burleske maar toch volstrekt menselijke, de humor zonder kwaad opzet en het narratieve ritme. En is het toeval of niet: veel van de agenten die het op die arme Charlie hebben gemunt, dragen een weelderige snor …
Als we een stamboom zouden tekenen van Jansen en Janssen, dan zouden Laurel en Hardy hun naaste verwanten zijn. Dezelfde bolhoed, dezelfde berouwvolle grimassen van op heterdaad betrapte kinderen...
Jansen en Janssen op eigen benen...
Sinds 1932 maken Jansen en Janssen integraal deel uit van de wereld van Kuifje. Ze waren ook de hoofdrolspelers van een feuilleton, geschreven door Paul Kinnet en geïllustreerd door Hergé: Dupont et Dupond, Détectives. Deze geïllustreerde tekst verscheen in 1943 in het dagblad Le Soir.
Hergé en Jacques Van Melkebeke schreven in 1941 twee toneelstukken : Tintin en Indes (of Le Mystère du Diamant bleu) en Monsieur Boullock a disparu.
Allesbehalve onopvallende karakters...
En toch zijn het toonbeelden van goede wil! Het probleem met Jansen en Janssen is dat ze in het oog springen wanneer ze net onopgemerkt willen blijven. Door het duo te vermommen, spotte Hergé subtiel met de vooroordelen die veel van zijn tijdgenoten eropna hielden over verre landen.

Vóór de jaren ‘60 werd er immers weinig gereisd. Vooroordelen aan diggelen slaan met humor als geducht wapen, die tactiek zien we regelmatig terug in het werk van Hergé.
In de kijker tegen wil en dank
We geven enkele voorbeelden. Aan het begin van Kuifje en het zwarte goud is er geknoeid met de benzine van Jansen en Janssen: hun motor ontploft, net als het hart van Charles Trenet in een van zijn beroemdste nummers.

In hetzelfde album zien we hoe het duo ten prooi valt aan een ongewilde verandering van hun haarkleur. En dan zwijgen we nog over de ongebreidelde groei van hun nieuwe haar, waardoor ze veel weg hebben van mammoeten die in het verkeerde tijdperk rondlopen.

En alsof dat nog niet erg genoeg was, steekt de aandoening op enkele duizenden kilometers van de aarde opnieuw de kop op. Voordat ze één voet op de maan kunnen zetten, trappen Jansen en Janssen op hun eigen lange lokken.

Misverstanden: een kunst
Houdt u wel van een knap staaltje misverstanden, sla dan zeker De zonnetempel eens open. Jansen en Janssen zijn op zoek naar Kuifje, Zonnebloem en Haddock, die in Peru verdwenen zijn. Maar ze reizen zowat de hele wereld rond voordat ze hen terugvinden. Hoe ze dat voor elkaar krijgen? Door aanwijzingen voortdurend verkeerd te begrijpen.

Zelfs een luchtspiegeling brengt hen niet tot de werkelijkheid. In het album Kuifje en het zwarte goud storten ze zich halsoverkop in de volgende blunder: na twee fata morgana's die ze voor echt hielden, worden ze genadeloos getroffen door de harde realiteit.

Stuntmannen, maar dan per ongeluk
Wie zei er dat Jansen en Janssen niet dapper zijn? Wie zou dat durven te beweren, wanneer we alle gevaarlijke stunts op een rijtje zetten die ze in 20 albums hebben uitgehaald? Ze reizen naar de maan, maar dan omdat ze in slaap zijn gevallen in de raket. Ze verbreken het wereldrecord ‘om ter snelst trappen afdalen’, maar dan omdat ze een trede hebben gemist. Ze voeren halsbrekende vliegtuigstunts uit, maar dan omdat ze hun veiligheidsgordel zijn vergeten vast te maken.

Keizers van de verbale acrobatie
De woorden en uitdrukkingen van striphelden vinden maar zelden toegang tot de alledaagse omgangstaal. Jansen en Janssen zijn op dit vlak erg gul en bedreven : “Dat is mijn mening en die deel ik”; “Dat wij nu de bodem van de maan betreden, waarop nog nooit een mensenhand voet heeft gezet”; “U kent ons devies, zworen en hijgen”.
