Serafijn Lampion
Een deel van de charme en aantrekkingskracht van De avonturen van Kuifje schuilt in Hergés bijzondere gave om de wereld in al zijn diversiteit af te beelden. Het gaat dan niet alleen om de plekken waar de verhalen zich afspelen, maar ook om de figuren die hij erin opvoert. In zijn arsenaal van personages, een collectie die gestaag aangroeide, was er nog één iemand die ontbrak: de eeuwige zeurpiet. In De zaak Zonnebloem werd die leemte opgevuld.

Test uw kennis
+
Naam
Na lang aarzelen hakte Hergé de knoop door: zijn nieuwe personage zou Lampion gaan heten. Zoals gewoonlijk had hij een lijst met mogelijke namen opgesteld, die hij één voor één afwees. Zo schoof hij de naam ‘Crampon’ opzij, omdat die te expliciet overkwam en te hard klonk.

En dus werd het Lampion, vanaf dat moment een onmisbaar personage in zijn werk. Hergé koos voor een voornaam die in schril contrast staat met het karakter van ons personage: Serafijn. De naam ‘Lampion’ verwijst naar een lantaarn.
Beroep
Serafijn Lampion is verzekeringsmakelaar bij verzekeringsmaatschappij Mondass. Hij probeert steevast verzekeringspolissen te slijten aan iedereen die hij tegenkomt, en dat tot hun grote ergernis.

Ontstaan van Lampion
In zijn gesprekken met Numa Sadoul zei Hergé: “Het model voor Lampion haalde ik uit mijn eigen leven. Tijdens de oorlog, toen ik in Bosvoorde woonde, kreeg ik bezoek van een beste man die mij iets kwam verkopen, ik weet niet meer wat het was. Hij ging zitten en zei, terwijl hij mijn eigen armstoel aanwees: ‘Gaat u toch zitten!’".
Van een opdringerige lastpost gesproken! Wat Hergé ook had opgemerkt, was een typisch kenmerk van de Brusselaar of van wat hij een belgicist noemde: “het feit dat hij tegelijkertijd een riem en bretels draagt”. Een dubbele veiligheidsmaatregel dus, zeer toepasselijk voor een verzekeringsmakelaar!
Familie
Lampion heeft een vreselijke familie; zijn vrouw, kinderen en schoonmoeder zijn stuk voor stuk afgrijselijke mensen. In De zaak Zonnebloem plunderen ze kasteel Molensloot. Onaangekondigd verhuizen Serafijn en zijn ‘gezinnetje’ (zijn vrouw, zijn schoonmoeder en zeven vreselijke nakomelingen, waaronder een tweeling) voor de rest van de vakantie naar Molensloot.

Karakter: een zelfvoldane lastpost
Dit personage heeft ergernis opwekken tot een kunst verheven. Hij is zodanig vol van zichzelf dat hij alle andere lastposten ruimschoots overtreft. Met zijn zelfgenoegzaamheid, zijn zichtbare zelfvoldaanheid, zijn ongebreidelde vulgariteit, zijn eeuwige glimlach en zijn eindeloze monologen jaagt hij niet alleen Haddock op stang, maar ook diens vrienden. En da’s nog zacht uitgedrukt.

En dan zwijgen we nog over de slijmerige grapjes van oom Anatole. Die is kapper, en kappers staan erom bekend dat ze zo gretig en praatgraag zijn. Serafijn Lampion toont in feite het slechtste in de mens, met zijn door en door slecht karakter. En op die manier zet hij alle troeven van Kuifje des te sterker in de verf.
Karakter: angstig en praatziek
Net zoals zoveel opscheppers is ook Lampion een echte angsthaas. Wanneer zijn glas whisky zonder duidelijke reden uiteenspat, is hij helemaal uit zijn lood geslagen. Hij schiet zijn vest en mantel aan en gebruikt het onweer dat voorbij is als excuus om te vertrekken. Later vinden Kuifje en Haddock hem terug in de struiken van het kasteeldomein, waar hij zich naar eigen zeggen verstopt had omdat iemand hem wilde vermoorden. Aan het einde van het verhaal, wanneer professor Zonnebloem de term ‘roodvonk’ laat vallen, pakt Lampion snel zijn koffers en verlaten hij en zijn vreselijke familie halsoverkop Molensloot.

Laatste rol
In de voorbereidende schetsen voor Kuifje en de Alfa-kunst liet Hergé het personage voor de laatste keer opdraven. Met zijn gebruikelijke brede grijns en vlinderdasje keert hij na een lange afwezigheid terug naar Molensloot. Wanneer hij de door Ramo Nash gebeeldhouwde H ziet die Haddock net heeft gekocht, en waarvan hij de betekenis aan iedereen moet uitleggen (wat de kapitein enorm op de zenuwen werkt), vraagt hij: “Hee, kijk, wat is dat voor iets? Een H, hé? En waar dient dat gevalletje voor?”
Die vraag jaagt de kapitein helemaal op de kast: “Dat is een kunstwerk. Alfa-kunst. Het is van Ramo Nash en het dient helemaal nergens voor.” Beledigd en verbaasd door die brutale reactie neemt Lampion voor de laatste keer afscheid.