Kuifje en de Alfa-kunst
Kuifje en de Alfa-kunst (1986) bleef na Hergés overlijden in 1983 onafgewerkt. Het album wil het sektemilieu beschrijven, en brengt Kuifje naar een wereld waar Georges Remi alias Hergé een bijzondere voorliefde voor had: die van de hedendaagse kunst en de avant-garde... Hoewel dit postuum uitgebrachte album slechts de grote lijnen van het onderbroken verhaal kan schetsen, wordt het buitengewone narratieve en grafische talent van Kuifjes geestelijke vader onweerlegbaar bewezen. Net zoals dit avontuur en net zoals Kuifje zelf blijven ook wij, als lezer op magische wijze verbonden met de pen van Hergé.

Test uw kennis
+
Kuifjes laatste avontuur... bleef onafgewerkt
Dit is de 24ste titel van de collectie, amper meer dan een ruwe kladversie: 3 platen met potloodtekeningen, 42 platen met schetsen, een paar pagina's script, schetsen en aantekeningen. Dat alles voorspelde heel wat moois, zowel op verhalend als grafisch vlak.

Art or not Art, that is the question
Voor de plot nam Hergé zijn toevlucht tot de verhaallijn van populaire romans: sekten en goeroes die hun volgelingen tot slaaf maakten en die op dat moment (eind jaren ‘70) alomtegenwoordig waren in de actualiteit. Hergé plaatste ze tegen de achtergrond van de hedendaagse kunstwereld, die hij van naaldje tot draadje kende.

Hij was immers een fervent liefhebber van moderne kunst. Nadat hij zelf het pad van de abstracte kunst was ingeslagen, nam hij de wijze, weldoordachte beslissing om hiervan af te wijken en werd hij een overtuigd verzamelaar met veel kennis van zaken en passie..
Een nieuw, veelbelovend mysterie
Op advies van Castafiore koopt kapitein Haddock een werk van Ramo Nash, de bedenker van de ‘Alfa-kunst’: een H in plexiglas. Kort daarna wordt de eigenaar van een kunstgalerij, mijnheer Fourcart, op raadselachtige wijze vermoord. Kuifje onderzoekt de zaak.

Waarheid en leugens
Er is sprake van een hypothetische, maar cruciale verwijzing. Het is immers best mogelijk dat Hergé het filmessay van Orson Welles uit 1974, over de heerlijke leugen die kunst eigenlijk is, zelf heeft gezien. In F for fake wordt er geprobeerd om de waarheid uit de legende te distilleren en om de kijkers inzicht te geven in de waarheid die leugens bevatten. Bovendien wordt er een nietsverhullend beeld geschetst van de geniale Hongaarse vervalser Elmyr de Hory, die zijn pensioen doorbrengt op Ibiza.
Alfa-kunst en de H van Hergé
Deze niet-bestaande artistieke beweging werd op gang gebracht door de vervalser Ramo Nash en draait volledig rond de hoofdletters van het alfabet, op doek geschilderd of in plexiglas gegoten. De paus van de Alfa-kunst toont de hoofdletters A en Z en, zoals Bianca Castafiore zegt “... de wereld in een notendop als het ware!”


Endaddine Akass
Bianca bezwijkt voor de charme en het charisma van dit dubieuze personage. Vol bewondering roept ze uit: “Een fascinerende man … De meest fan-tàààstische tovenaar die ik ken... Ik ga trouwens een paar dagen bij hem logeren op Ibiza...” De naam Endaddine Akass is overigens gebaseerd op een rasechte Brusselse uitdrukking: “En dat in â kass", wat we zouden kunnen vertalen als “op uw smoel”.

Endaddine Akass leidt niet alleen een netwerk van valsemunters, hij is ook een goeroe die op conferenties voor ‘Gezondheid en magnetisme’ pleit. Wat zijn uiterlijk betreft, liet Hergé zich inspireren door de oplichter Fernand Legros, die toen hard toesloeg.
Galerij Fourcart
Marcel Stal, een vriend van Hergé en directeur van de Galerie Carrefour, vormde de basis voor het personage van Henri Fourcart, die de leiding heeft over de gelijknamige galerij.

Raffinaderij Pompidou
Emir Ben Kalisj Ezab verwoordt in een televisie-interview ongewild humoristisch de gevoelens van veel Fransen en buitenlandse bezoekers over het ‘Centre Beaubourg’, dat hij vergelijkt met... een raffinaderij!

Het centrum staat officieel bekend als het Centre National d'Art et de Culture Georges Pompidou en werd tussen 1971 en 1976 opgetrokken door twee architecten, de Italiaan Renzo Piano en de Brit Richard Rogers.
Een echte Cesar
Endaddine Akass heeft een fatale maar artistieke lotsbestemming voor Kuifje in gedachten: hem laten verdwijnen in een nepwerk van de beeldhouwer Cesar.


De Franse beeldhouwer César Baldaccini oftewel Cesar behoorde tot de stroming van het nouveau réalisme. Hij werd in 1960 beroemd met zijn ‘compressies’, tot blokken geperste autowrakken, en in 1967 met zijn’expansies’ in plastic. Sinds 1976 zijn de nationale Franse filmprijzen naar hem genoemd.
De dood van onze held
Ondergaat Kuifje hetzelfde lot als de beroemde amateurdetective Sherlock Holmes, die zijn schepper Conan Doyle in 1927 deed verdwijnen? Is Kuifje, net als die Britse held, dan toch niet onsterfelijk?
