Raket naar de Maan
In Raket naar de Maan (1953) nodigt professor Zonnebloem Kuifje en kapitein Haddock uit om hem te vergezellen naar Syldavië, waar hij werkt aan het project van de eeuw: een raket die naar de maan moet vliegen. Alsof die uitdaging nog niet spannend genoeg is, stelt de professor zijn vrienden voor om mee naar de ruimte te reizen, en dat tot afgrijzen van de kapitein!

Test uw kennis
+
Verhaal
Kuifje, Haddock en Bobbie zijn nog maar net bekomen van hun avonturen in het Midden-Oosten (Kuifje en het zwarte goud), wanneer ze door professor Zonnebloem naar Klow worden geroepen, de hoofdstad van Syldavië. Hij voert er mysterieus onderzoek in een verboden zone: het Centrum voor Kernonderzoek van Sbrodj. De bodem van die afgelegen regio bevat rijke afzettingen van uranium, een cruciale grondstof om een atoomraket te fabriceren. De Syldavische overheid en de onderzoeksgroep waartoe Zonnebloem behoort, hebben niet als doel om bommen te maken, maar willen alle vreedzame toepassingen van atoomenergie bestuderen.
Uiteraard wekt dat onderzoek ook de interesse op van mensen met slechte bedoelingen, die in dienst zijn van een buitenlandse mogendheid … Maar dat maakt Zonnebloem niets uit. Hij is vastbesloten om een raket te bouwen die de eerste mensen naar de maan zal brengen. Zijn reisgezellen? Dat zijn natuurlijk Kuifje, Haddock en Bobbie!
Een zorgvuldig doordacht en gedocumenteerd project
Volgens Bernard Heuvelmans, een van Hergés wetenschappelijke adviseurs, dateert het plan voor een maanavontuur al uit 1946. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de droom van de mens om aan zijn eigen blauwe planeet te ontsnappen, langzaamaan ook het doel van diepgaand wetenschappelijk onderzoek. En dat opent uiteraard nieuwe wegen in de verbeelding van een schepper als Hergé! Ook nu was het dus de actualiteit die de keuze van Hergé om zijn held naar de ruimte te sturen, beïnvloedde.
Hij begon zich in te lezen en raadpleegde L'Homme parmi les Étoiles van Bernard Heuvelmans. Een ander boek dat een sterke indruk op hem maakte, was L'Astronautique van de Franse professor Alexandre Ananoff, gepubliceerd in 1950. Dat laatste werk zou hem helpen bij het ontwerp van de wereldberoemde maanraket.
En het verhaal begint in … Amerika
Bernard Heuvelmans stelde een script voor dat hij had geschreven samen met Jacques Van Melkebeke, hoofdredacteur van de eerste nummers van het weekblad Kuifje. Er bestaat één plaat op basis van het scenario van Heuvelmans en Van Melkebeke, waarin het nieuwe avontuur van Kuifje van start gaat in de Verenigde Staten. Hergé schoof dit terzijde, maar behield enkele ideeën van de specialisten in de finale versie van het maanavontuur. Op 30 maart 1950 verscheen het avontuur in de ruimte dan eindelijk in het weekblad Kuifje.

Vreemde covers
Twee covers van het weekblad Kuifje (tentoongesteld in het Hergé Museum) onthullen onder welke aarzelingen en stress de auteur gebukt ging. Ze tonen een aantal zonderlinge scènes die mijlenver afstaan van de finale versie van Mannen op de maan. Een ervan herinnert meteen aan Le Voyage dans la Lune, de film van Georges Méliès uit 1903, die als voorloper van de huidige films met special effects wordt gezien.

De X-FLR6
Zowel in de roman van Jules Verne als in de films van Méliès en Fritz Lang (Frau im Mond, 1928) had het tuig dat mensen naar de maan kon vervoeren de vorm van een obus. Hergé had de ambitie om met zijn raket hét ultieme ruimteschip uit te beelden.

Hij baseerde zich daarom op de getekende modellen (waaronder jammer genoeg de beruchte V2) van ‘s werelds grootste raketexpert van dat moment, dokter Wernher von Braun. Ook de X-FLR6, het eerste prototype van professor Zonnebloem, was geïnspireerd op een raketmodel ontworpen door de Duitse wetenschapper.
Dambordpatroon
Het beroemde rood-witte dambordpatroon houdt rechtstreeks verband met een praktijk van de NASA-ingenieurs. Tijdens de lancering konden ze dankzij dit patroon de hellingsgraad van de raket en de bewegingen tijdens de kritieke startfase beter observeren.
Rood in al z’n nuances
De aandachtige lezers en verzamelaars hebben het waarschijnlijk al gemerkt: de kleur van de maanraket verschilt naargelang de editie. Van een vaal rood-oranje gaat het naar een veel fellere tint: een uitbundige kleur voor een avontuur vol bravoure!

Studios Hergé
Mannen op de Maan was de eerste volwaardige productie van de Studios Hergé, opgericht op 6 april 1950. Hergé had al meerdere medewerkers aangenomen, vooral voor het inkleuren van de verhalen die oorspronkelijk in zwart en wit waren uitgebracht. Edgar-Pierre Jacobs had hem ook geholpen met het herwerken van de decors van enkele albums, zoals De scepter van Ottokar, De zeven kristallen bollen en De zonnetempel. De potloodschetsen en studies hiervan zijn te bewonderen in het Hergé Museum). Vanaf nu krijgen de Studios Hergé een permanente rol.

Een van de eerste werknemers van de Studios was de Antwerpenaar Bob De Moor (1925-1992). Zijn eerste opdracht was een paginagrote illustratie van de maanraket. Hij had maar liefst een maand nodig om deze haast onmogelijke opdracht vol lastige perspectieven en vluchtlijnen tot een goed einde te brengen! Begin jaren ‘30 was er ook een ‘Atelier Hergé’, dat zich vooral bezig hield met reclame.
Op maat van de werkelijkheid
In het maanavontuur liet Hergé zich volgens sommigen meeslepen door ‘documentatiedrift’.
Even helemaal weg van de wereld
De albumcover van Raket naar de maan is uitgegroeid tot een klassieker inzake grafische efficiëntie. De toekomstige lezer van het avontuur wordt letterlijk de afbeelding binnengetrokken. Het lijkt wel of hij zelf in de blauwgeverfde jeep CJ-2A uit 1946 zit! Bovendien wordt de lezer meegesleept met de actie: de verontwaardigde Zonnebloem is bezig met een rondleiding voor kapitein Haddock, tot diens grote ongenoegen. Dankzij die humoristische ingreep kon Hergé de vaak saaie, maar noodzakelijke pedagogische elementen integreren in een verhaal vol onverwachte wendingen.

Fragment uit de tekenfilm
+