De geheimzinnige ster
Kuifje en enkele Europese wetenschappers gaan aan boord van een poolschip met kapitein Haddock aan het roer. Ze vertrekken naar de Noordelijke IJszee, waar een meteoriet is neergestort die een onbekend metaal bevat. Maar zodra ze erachter komen dat ook een ander schip op weg is naar de mysterieuze meteoriet, wordt hun expeditie een ware race tegen de klok.

Test uw kennis
+
In de strikte zin van het woord is De geheimzinnige ster het eerste album dat volledig in vierkleurendruk is uitgegeven. Het formaat dient als model voor alle toekomstige albums in de serie: 62 pagina's met elk een dozijn tekeningen in kleur, een titelpagina met een kleurenvignet en een harde cover met een illustratie die over de hele voorkant is gedrukt.

Heeft astronoom Hippolytus Kalys gelijk als hij Kuifje vertelt dat het einde van de wereld nabij is? Een blik door zijn telescoop laat er geen twijfel over bestaan: een enorme vuurbal, die nog maar onlangs aan de hemel is verschenen, nadert met volle snelheid en dreigt in botsing te komen met onze blauwe planeet! Het eerste avontuur van Kuifje dat in kleur werd uitgebracht, De geheimzinnige ster (1942), vertrekt van de val van een meteoriet (die een onbekend metaal zou bevatten) in de poolgebieden. Kuifje en Haddock maken deel uit van de wetenschappelijke expeditie die het object probeert te vinden en ondertussen een hallucinante race tegen de klok voert tegen gewetenloze geldwolven.
Nieuw thema in De geheimzinnige ster
“Het album gaat onder andere over de wedijver tussen Europa en de Verenigde Staten, over het snelste pad naar vooruitgang. Ik beschrijf die strijd als twee schepen die koers zetten naar hetzelfde doel …” (Hergé in Numa Sadoul, Tintin et moi - Entretiens avec Hergé, Casterman, p. 159).

Numa Sadoul: “In De geheimzinnige ster gebruikt u voor de eerste keer fantastische elementen in uw werk. We zien tekeningen van hallucinaties en bijzondere optische effecten. Het verhaal straalt iets vreemds uit, er is sprake van mysterie, van een dromerige sfeer …”
Hergé: “Dat klopt.” (op. cit. p. 159)
Bij Kuifje thuis. Kom toch binnen!
Links zien we een comfortabele fauteuil. In het midden staat een massief houten salontafel. Aan de muren hangen ingelijste gravures, aan het plafond een gouden kroonluchter. Een aardbeving heeft alles op zijn kop gezet.

Goed, het is misschien niet het beste moment om kennis te maken met Kuifjes woning in de Labradorstraat 26. Maar aangezien de gelegenheid zich zo zelden voordoet …
De astronoom die graag toffees eet
De eerste wetenschapper die in de wereld van Kuifje verschijnt, astronoom Hippolytus Kalys, was een volstrekt fantasieloos personage geweest als hij geen zwak had voor toffees.
Bij de ringen van Saturnus, dat soort detail valt gewoon niet te verzinnen! En dat is ook zo, want toen Hergé informatie ging inwinnen bij de Koninklijke Sterrenwacht van België, had een van de personeelsleden daar een bijzondere voorliefde voor precies die snoepjes.
Van grap naar grap, van borrel naar borrel
Hergé sneed kapitein Haddocks uitgesproken smaak voor whisky over het algemeen aan met veel humor. Ook De geheimzinnige ster barst van de grappen met deze kwalijke neiging als onderwerp.

Een van de beste is het moment waarop kist na kist met whiskyflessen aan boord van de Aurora wordt gebracht. En dat voor de ogen van de afgevaardigden van de Liga der Zeevarende Geheelonthouders, waar de kapitein erevoorzitter van is...
Wie we daar hebben: Piccard, een echte professor!
In de jaren ‘30 en ‘40 was de Zwitser Auguste Piccard docent aan de Université de Bruxelles. Volgens Hergé, die hem wel eens op straat kruiste, was deze uitvinder van de bathyscaaf het prototype van de wetenschapper.

Voordat Hergé zich door de ongewone lichaamsbouw van August Piccard liet inspireren voor professor Zonnebloem, portretteerde hij de wetenschapper als zichzelf in De geheimzinnige ster. Kijk maar eens goed naar dit vakje: de eerste figuur van rechts, dat is hij!
Uitgesproken filmisch
Hergé had weliswaar niet de gewoonte om op te scheppen over zijn eigen tekeningen, sommige vond hij toch bijzonder geslaagd. Zo wordt in De geheimzinnige ster het stampen van de Aurora op een bijna cinematografische manier weergegeven.

Pas op voor de appels: op de grens tussen echt en irreëel
“Dat is tovenarij!” roept Kuifje, wanneer hij geconfronteerd wordt met gigantische spinnen, paddenstoelen en appelbomen die in een paar minuten reuzen worden. In dit album zet Hergé de deur naar het bovennatuurlijke op een kier.

Fragment uit de tekenfilm
+